Cliëntenorganisatie MIND presenteert de resultaten van het tweede onderzoek onder het ggz-panel. Een van de belangrijkste bevindingen is dat er sprake is van een toename van het aantal mensen met psychische klachten.
Bijna 65% van de mensen die al psychische klachten ervaarden vóór de uitbraak van het Corona- virus, zien hun klachten toenemen. Dit is meer dan in het eerste onderzoek dat MIND eind maart hield. Toen gaf de helft aan meer klachten te ervaren. Ook de meest genoemde klachten zijn veranderd: stress en spanning worden in het huidige onderzoek van eind april vaker genoemd dan angst en paniek in het onderzoek de maand ervoor. Wederom geeft een op de drie personen aan, niet te weten hoe ze de komende tijd moeten doorkomen.
Gezien de toename aan mensen met meer psychische klachten, pleit MIND ervoor dat de geestelijke gezondheidszorg zich voorbereidt op de extra hulpvraag van bestaande cliënten en de te verwachte toestroom van nieuwe cliënten. Het is noodzakelijk om te investeren en de capaciteit in de ggz te vergroten
Ontevreden over zorg
Ten opzichte van het onderzoek in maart, is bij een groter deel wel een vorm van hulpverlening op gang gekomen. Van 60% de vorige keer, geeft In het huidige onderzoek 23% van cliënten aan geen hulp te ontvangen. De dagbesteding is bij 80% van de cliënten ten tijde van de uitvraag van eind april nog steeds niet gestart. Bij het overgaan naar aangepaste vormen van hulpverlening, kreeg slechts de helft van de cliënten inspraak in de vorm. Het zogeheten shared decision making waar MIND in haar vorige nieuwsbericht voor pleitte en dat ook in de richtlijnen Corona en ggz is opgenomen, wordt onvoldoende toegepast. Dit blijkt van grote invloed op de tevredenheid van cliënten over de hulpverlening.
Beeldbellen geen vervanging van face-to-face behandeling
Zowel cliënten als naasten vinden bijna alle alternatieve werkwijzen zoals beeldbellen, whatsapp of schriftelijk contact minder goed dan de zorg die er voorheen was. Een op de drie vindt dat ze niet voldoende alternatieven krijgen voor het wegvallen van zorg. De hulpverlening in de buitenlucht vinden de meeste cliënten daarentegen wel een verbetering.
MIND pleit ervoor dat ook in de toekomst hulpverleners in overleg gaan met hun client over de vorm waarin de behandeling plaatsvindt. Automatisch overgaan naar eHealth en/of beeldbellen blijkt niet aan de behoefte te voldoen. Dit mag in geen geval de norm worden, ook omdat het effect van beeldbellen op de behandeling nog onbekend is.
Net als in het eerste onderzoek hebben de meeste respondenten wel veel waardering voor de hulpverleners. Meer dan de helft vindt dat zij er alles aan doen om zo goed mogelijk te helpen.
Zorg om naasten
MIND heeft in haar panel ook familie en naasten van mensen met psychische problemen bevraagd. Zij spelen een belangrijke rol in de zorg en begeleiding van cliënten. Nu contact met behandelaars in veel gevallen wegvalt, neemt dit belang toe. De druk die zij ervaren, is echter groot. Drie op de vier van hen geeft aan zich machteloos voelen en 86% maakt zich grote zorgen voor het welzijn van de client. Een op de vijf weet niet goed voor zichzelf te zorgen in deze periode. MIND pleit ervoor om oog te houden voor deze groep en ook hen te vragen welke hulp zij nodig hebben.
Bron: persbericht
Croan denkt graag mee over hoe de zorg beter kan. Of hoe je als begeleider / hulpverlener / leidinggevende nog beter aansluit bij de psychische klachten. Neem vrijblijvend contact op en we kijken naar wat het beste past.