In ons darmstelsel bevinden zich vijftig biljoen bacteriën die samen het microbioom vormen en een enorme invloed hebben op onze lichamelijke en mentale gezondheid. Dokter Michael Mosley schreef er Het slimmedarmendieet over, zo meldt topics.nl
In Het slimmedarmendieet legt dokter Michael Mosley (61), presentator van uitstekende wetenschapsprogramma’s op de BBC, uit hoe het microbioom ons immuunsysteem en ons lichaamsgewicht mee bepaalt, maar ook hoe het een rol speelt bij mentale problemen als angst en depressie.
We weten pas sinds kort hoe belangrijk de bacteriën in onze darmen zijn. Hoe komt het dat het zo lang heeft geduurd?
“Omdat we nu pas de technologie hebben om ze te identificeren. In onze darmen leven duizenden soorten bacteriën, maar de meeste kunnen niet overleven buiten hun vertrouwde omgeving. Het overgrote deel kun je ook niet in een laboratorium kweken. Maar dankzij de gentechnologie kunnen we nu darmbacteriën opsporen aan de hand van stukjes DNA. We kunnen ze nog altijd niet zien, maar door de genetische sporen die ze achterlaten, kunnen we ze identificeren. We kunnen ook zien welke invloed veranderingen in de darmflora hebben op onze eetlust, onze hersenen en nog veel meer.
Kunt u kort uitleggen wat het microbioom juist is?
“Dat zijn de 1 à 2 kilo microben die in onze darmen leven. Rare wezentjes die nooit het daglicht zien en die niet kunnen overleven in een omgeving met zuurstof. Er leven minstens duizend soorten bacteriën die voortdurend in gevecht zijn met elkaar. Behalve bacteriën vind je er ook virussen en schimmels. Het is een ecosysteem op zich. Sommige bacteriën zijn goed voor ons en sommige slecht.”
Ons microbioom is er slechter aan toe dan vroeger, schrijft u.
“Daar bestaat geen twijfel over. Ontlastingsstalen van veertig à vijftig jaar geleden bevatten een veel grotere variatie aan bacteriën dan recente stalen. Vooral bij kinderen is het verschil opvallend. De Hadza, een stam uit Tanzania, hebben een bioom dat veel diverser is dan dat van de westerse mens. Oudere mensen die nog supergezond zijn, blijken meestal ook een zeer gezond en divers microbioom te hebben. We weten nog lang niet alles over alle darmbacteriën, maar we weten wel dat een grote diversiteit heel belangrijk is.”
De titel van uw boek is niet toevallig gekozen: in onze darmen zit een soort tweede brein, dat met ons ‘gewone’ brein communiceert.
“Het brein in ons hoofd is één homp hersencellen. Het brein in onze darmen bevat ongeveer evenveel hersencellen als het brein van een kat en ligt als een dun laagje over de hele lengte van het darmstelsel. Het bestaat uit precies dezelfde hersencellen als die van ons andere brein en produceert dezelfde neurotransmitters. Het communiceert met onze hersenen via de nervus vagus, de zenuw die de hersenen met de darmen verbindt en één van de belangrijkste zenuwen die we hebben. Ze is ook supersnel, omdat onze darmen en hersenen zeer snel moeten kunnen communiceren met elkaar. De bacteriën in onze darmen kunnen dat systeem hacken en de signalen wijzigen. Zo kunnen ze ons hoofdbrein instructies geven.
‘We hebben lang gedacht dat een depressie in het brein ontstaat, maar er is steeds meer bewijs dat het in de darmen gebeurt’
“Dat doen ze ook langs een andere en veel tragere weg, namelijk via het bloed. Darmbacteriën produceren chemicaliën die een invloed hebben op het humeur, zoals serotonine, of neurotransmitters met een kalmerende werking. Ze maken ook veel dopamine aan, ook bekend als het gelukshormoon. Ze doen dat wellicht om ons te belonen wanneer we dingen eten die ze graag lusten. Ze hebben er ook alle belang bij om zoveel mogelijk nuttige voedingsstoffen binnen te krijgen, want daar beneden is het voortdurend oorlog. Al die bacteriën doen er alles aan om te overleven en de sterkste te worden, onder andere door onze appetijt te manipuleren. Ze bepalen dus mee wat we eten.
Is dat tweede brein ook een recente ontdekking?
“Nee, hoor. Dertig jaar geleden, toen ik geneeskunde studeerde, was het al bekend. Het werd toen ook al het tweede brein genoemd. Men vond het wel fascinerend, maar niemand kwam op het idee het nader te onderzoeken. Men denkt nu dat het brein in ons hoofd waarschijnlijk zelfs is geëvolueerd uit het brein in onze darmen. Octopussen en sommige primitieve levensvormen hebben alleen maar een brein in hun darmen, en geen in hun hoofd.”
Welke informatie wisselen die twee breinen uit?
“We weten dat het gewone brein signalen stuurt als ‘Ik heb hier net flink gegeten, bereid je daar beneden maar voor op de komst van een steak met frieten.’ Het lagere brein stuurt dan weer signalen naar boven bij een depressie, vreemd genoeg.
“Een psychiater vertelde me dat mensen met een depressie vaak met ernstige constipatie kampen. Dat is al lang bekend, maar niemand is ooit op het idee gekomen om de constipatie te verhelpen en te zien of de depressie dan verbeterde. En dat blijkt wel het geval. Dat komt niet omdat mensen zich beter voelen omdat ze niet meer verstopt zijn, maar omdat de constipatie een rechtstreeks effect heeft op het brein. We hebben lang gedacht dat een depressie in het brein ontstaat, maar er is steeds meer bewijs dat het in de darmen gebeurt. In je lichaam heb je voortdurend kleine ontstekingen en de darmbacteriën spelen daarbij een grote rol.